|
Welzijn varken is belangrijk, tot het geld kost
Artikel uit ADUN door Luuk Kortekaas
Nederlanders vinden het welzijn van dieren maar wat belangrijk. Maar die woorden in daden omzetten gaat moeizaam. De verkoop van bijvoorbeeld biologisch varkensvlees blijft achter bij de verwachtingen. De recessie verergert dat. 'Zodra de Nederlander de portemonnee moet trekken geeft hij niet thuis'.
Varkens die het naar hun zin hebben in een modderpoel, dat zie je alleen bij de biologische varkenshouder.
IJSSELSTEIN | Het is echt weer voor een heerlijk bad in de modderpoel. Tevreden knorrend wentelen zo'n zeventig zeugen zich in hun zwarte bad bij de biologische varkenshouderij van Theo de Bruin in IJsselstein. Niks bijzonders toch? Nou, in Nederland tegenwoordig wel. Want varkens buiten in de wei in een modderpoel, dat zie je alleen nog maar bij de ongeveer tachtig biologische varkensboeren in ons land.
De Bruin: "Ik zorg nu zelf maar voor wat extra water. Normaal loopt het bad in de wei vanzelf vol met regenwater, maar dat is er nu niet. Het bad is belangrijk: de modder beschermt tegen parasieten en tegen de zon. En natuurlijk is het verkoelend."
De varkenshouder vertelt het letterlijk tussen de biggende zeugen. Terwijl hij praat, floept er af en toe roze nieuw leven uit de schijnbaar onaangedane moeder, die gul haar opgezette spenen aan haar verse koters biedt. Het lijkt allemaal het lustige landleven en het lijkt in niets op de beelden die wel eens te zien zijn van de volle hokken in de intensieve varkenshouderij - maar er zit wel een verhaaltje achter. De betrekkelijke vrijheid van de zeshonderd vleesvarkens, de negentig zeugen, de driehonderd biggen en de twee beren Bert en Ernie op de boerderij van De Bruin dient immers duur betaald. Neem die kilo hamlappen bij de plaatselijke Albert Heijn. 'Gewone' hamlappen kosten 7,49 euro per kilo, op biologische hamlappen met EKO-keurmerk prijkt een plakkertje met het bedrag van 12,49 euro.
Maurits Steverink legt uit hoe dat komt. Hij is ketenmanager voor de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw en is werkzaam bij Biologica, dat beleid ontwikkelt en voorlichting geeft over biologische landbouw en voeding. "Biologisch varkensvlees kost de klant zo'n zestig tot zeventig procent meer in de winkel. Maar het is wel een eerlijke prijs. Voor de biologische boer liggen de kosten veel hoger, met name waar het gaat om voedsel, huisvesting en arbeid. Biologisch voedsel is ongeveer twee keer zo duur als het voedsel dat gangbare varkens krijgen, maar het is wel beslist noodzakelijk dat dat biovoer gegeven wordt. De huisvesting is duurder, omdat er per varken meer ruimte beschikbaar moet zijn op het bedrijf. En de arbeid is duurder, omdat er per varken meer arbeid geleverd moet worden dan op grote bedrijven."
De kostprijs voor een kilo biovlees is welgeteld 2,63 euro. "Voor gewoon vlees is dat zo'n 1,30 euro, al ontvangen boeren soms minder dan een euro per kilo." De reden is een simpele economische wet. "Gangbare bedrijven hebben zo'n driehonderd zeugen en wel twee- tot drieduizend vleesvarkens. Daarmee kunnen ze veel goedkoper produceren."
Waarom zou je er dan eigenlijk aan beginnen? De Bruin: "Ik begon met een scharrelvarkensbedrijf, al in 1985. In 1990 zijn we omgeschakeld: wij waren het derde biologische varkensbedrijf van Nederland. Ik wil me niet afzetten tegen de gangbare bedrijven, maar ik zou het zelf niet anders willen dan op deze manier. Ik geniet van de varkens, het zijn prachtbeesten en nog intelligent op de koop toe. Ik vind het beter om op deze manier met een varken om te gaan."
Lef
Steverink: "Je kunt je inderdaad afvragen waarom boeren dit doen. Gelukkig is er een groep boeren die het lef heeft gehad om te schakelen met de bedoeling het biologisch varkensvlees goed op de kaart te zetten. En dat geldt net zo goed voor nog maar een enkele supermarkt die het lef heeft om zo'n duur product in het schap te leggen naast het goedkopere vlees."
De eerste die dat doet is Albert Heijn. Sinds vorig jaar verkoopt de grootgrutter in zo'n vijfhonderd winkels biologisch varkensvlees en promoot actief biologisch vlees op de winkelvloer. De verkoop groeit mede daardoor, maar het gaat Steverink niet snel genoeg. Nog maar een paar jaar geleden, na de varkenspestepidemie die in Nederland gruwelijk huishield, waren de verwachtingen van biologisch varkensvlees hoog gespannen: tot vijftien procent van al het vlees zou biologisch worden.
Maar dat streefgetal wordt nog bij lange na niet gehaald. Steverink: "De hoeveelheid verkocht biologisch varkensvlees is 1,7 procent van het totaal. Het groeit gestaag, maar wat mij betreft te langzaam. Het had van mij wel een procentje meer mogen zijn. Maar vergeet niet dat we pas net bezig zijn met het actief promoten van biologisch vlees op de winkelvloer. Vanaf oktober vorig jaar is het biologisch vlees pas echt zichtbaar in de winkel." En ja, daar is de dure euro weer, en de recessie. "Dit is een moeilijke tijd. Ook al hebben mensen geen last van de recessie, het wordt ze in ieder geval wel aangepraat dat ze er last van hebben. Door de economische tegenwind groeit het minder snel dan wij verwacht hadden. Daar komt bij dat er nu een groter prijsverschil is met gangbaar vlees. Daardoor kunnen supermarkten bijvoorbeeld flink stunten met de schouderkarbonade - wij kunnen dat niet. We gaan er wat aan doen door extra promotie, vanuit de Task Force Marktontwikkeling Biologische Landbouw in september, en andere supermarkten dan AH hebben aangegeven ook te willen starten met meer promotie op de winkelvloer en te streven naar vijf procent omzetaandeel. Het is moeilijk: je moet de consument toch zo zien te informeren dat hij, in die paar seconden die hij neemt om te beslissen wat hij koopt, genoeg weet om voor hem de juiste keuze te maken. Hier hebben we meer medewerking van supermarkten nodig."
Volgens varkenshouder De Bruin is er meer aan de hand dan alleen dat. "De Nederlander zegt wel dat hij het welzijn van het dier heel belangrijk vindt. Dat roept iedereen. Maar zodra hij zijn portemonnee moet trekken geeft hij niet thuis. Het deel van het inkomen dat mensen aan eten besteden is in Nederland gewoon laag. Vergelijk dat eens met een Fransman. Die is bereid veel meer te betalen. Het is voor een deel een kwestie van mentaliteit. Ik ken tweeverdieners die hun kar in de supermarkt volstouwen met het meest goedkope spul, maar wel drie keer per jaar op vakantie gaan."
Het is een intens gemene vraag, maar zou een nieuwe varkenspestepidemie niet helpen? Steverink is even stil: "Je hebt gelijk, al merk je zelfs dat de impact van dit soort ziektes minder wordt. De effecten van vogelpest waren al veel minder dan die van varkenspest of BSE. Maar wij vinden niet dat een keuze voor biologisch vlees moet voortkomen uit negatieve overwegingen: het moet een positieve keuze zijn. Mensen moeten zelf het besluit nemen: wij vinden het dierenwelzijn zo belangrijk, wij betalen flink veel meer geld om daar ons steentje aan bij te dragen. Als mensen dat niet willen, dan houdt het op: dan hebben ze in ieder geval de keuze gehad."
Biologische sector groeit langzaam
De biologische sector groeide vorig jaar in alle opzichten, maar wel minder hard dan in 2000 en 2001.
De biologisch bewerkte oppervlakte nam volgens gegevens van Biologica in 2002 toe met zo'n twaalf procent, het aantal biologische bedrijven steeg met 3,5 procent. De totale markt groeide naar 375 miljoen euro, negen procent meer.
Vorig jaar kocht ruim drie kwart van de Nederlanders minstens één keer een biologisch product. Toch blijft het aandeel biologisch een klein stukje van de markt. Biologische aardappelen, groente en fruit maken zo'n 3,6 procent van de totale markt uit, zuivel 1,9 procent. Biologisch brood en vlees hebben respectievelijk 1,9 en 1,7 procent van de markt in handen. Uit die cijfers blijkt dat nog een flinke groei nodig is om de doelstellingen van de Taskforce Marktontwikkeling Biologische Landbouw - vijf procent in 2005 - te verwezenlijken.
In andere landen is de biologische landbouw al aanmerkelijk verder ontwikkeld. Waar hier 2,2 procent van het landbouwareaal biologisch wordt bebouwd is dat in landen als Oostenrijk (11,3 procent), Zwitserland (9,7 procent) en Italië (7,9 procent) aanmerkelijk meer. | HC
Stallen met stro, lucht en uitloopruimte
Een varkenshouder mag zichzelf alleen afficheren met de aanduiding 'biologische boer' als hij aan een aantal kenmerken voldoet. Basisnorm is dat 'het diereigen gedrag' centraal staat in de manier waarop het boerenbedrijf wordt gedreven.
Biggen blijven bij de biologische boer zes weken bij de moeder. Dat is bijna twee keer zo lang als gebruikelijk. Ingrepen, zoals het afknippen van de staart, zijn niet toegestaan. Ook eten de varkens gevarieerd biologisch voer, dat afkomstig is van eigen land of van andere biologische bedrijven. Standaard gebruik van antibiotica is verboden.
Verder moeten biologische boeren ervoor zorgen dat hun dieren voldoende bewegingsruimte hebben, stallen met frisse lucht en ruim stro om in te liggen. Weidegronden waar wordt gegraasd mogen niet worden bemest met kunstmest, wel met compost en stalmest. Ook is op het land gebruik van chemische bestrijdingsmiddelen ten strengste verboden.
De regels voor de boeren zijn wettelijk bepaald. Iedere stap in de biologische keten wordt gecontroleerd in opdracht van het ministerie van Landbouw. Pas als de hele keten - van voer tot boer tot slager - voldoet aan de eisen, mag het eindproduct het bekende Eko-keurmerk dragen. | HC
|